Stembiljet van de volksraadpleging van 10 april 1938.
In de nacht van 11 op 12 maart 1938 vallen Duitse troepen Hitlers geboorteland Oostenrijk binnen. De Duitsers ondervinden geen tegenstand. Oostenrijk wordt een provincie van het Duitse rijk en verliest daarmee zijn zelfstandigheid. Na deze Anschluss worden in het land direct antisemitische maatregelen ingevoerd. Een maand na de annexatie wordt in Oostenrijk nog wel een volksstemming gehouden maar dat is vooral vanwege propaganda-doeleinden. Maar liefst 99,75 procent van de Oostenrijkers zou toen aangegeven hebben vóór de inlijving te zijn. Een vrije stemming was het niet. Stembiljetten moesten bijvoorbeeld onder toeziend oog van ambtenaren ingevuld worden en onder meer Joden en ex-leden van linkse partijen was het stemrecht ontzegd. Om te zorgen dat goed duidelijk was welk vakje ingekleurd diende te waren was het veld Ja verder twee keer zo groot als het veld Nein.
Een dag voor de Anschluss is nazileider Arthur Seyss-Inquart onder zware druk van Adolf Hitler benoemd tot de nieuwe bondskanselier van Oostenrijk. De Duitse troepen trekken vervolgens op uitnodiging van deze Seyss-Inquart het land binnen.
Na de Anschluss gaat Oostenrijk tot 1942 door het leven als Ostmark, daarna als Alpen- und Donau-Reichsgaue.