Sultan Süleyman I verovert op 4 december 1534 Bagdad. Mede door deze verovering is de sultan de geschiedenisboeken in gegaan als Süleyman de Grote en De Grote Turk.
Süleyman volgt in in 1520 zijn vader Selim I op die plotseling is overleden aan miltvuur. Hij is op dat moment 26 jaar en het enige kind van zijn vader. Een jaar na zijn aantreden verovert Süleyman Servië. Nog een jaar later verovert hij het Griekse eiland Rhodos, een christelijk bolwerk dat zijn vader aanvankelijk ook wilde veroveren. Hongarije valt ook in bezit van de Turken. Süleyman verovert het land op 29 augustus 1526. Na de verovering van Hongarije breken er echter politieke onlusten uit waarop besloten wordt het land in drieën te splitsen. De koning van Oostenrijk – Ferdinand van Habsburg – krijgt Slowakije, Burgenland en West-Kroatië en de Hongaarse edelman János Szapolyai krijgt Transsylvanië. Suüleyman krijgt het overige deel, het gebied dat we tegenwoordig kennen als Hongarije.
Lang kan Süleyman niet van zijn deel genieten. Habsburgers veroveren het op hem. Hoewel Süleyman het gebied hierna probeert te heroveren, slaagt hij hierin niet. In 1533 sluit Süleyman een verdrag met koning Ferdinand waarin hij zijn claim op het gebied opgeeft en Hongarije samengevoegd wordt tot twee gebieden. Aan de ene kant de Habsburgers en aan de andere kant het gebied van edelman János Szapolyai. Na de dood van Szapolyai wordt Hongarije weer een geheel, geregeerd door Ferdinand van Habsburg.
Aan het oostfront is Süleyman een stuk succesvoller. In 1534 verovert hij Bagdad en grote gebieden in Noord-Afrika. Süleyman I wordt na zijn dood opgevolgd door Selim II (ook wel Selim de Idioot genoemd).
