Op 27 september 1822 maakt de Franse geleerde Jean-François Champollion bekend dat hij de Steen van Rosetta heeft ontcijferd. De beroemde granieten steen is in 1799 gevonden en bevat dezelfde tekst in drie verschillende talen. De steen is daarmee van groot belang voor de ontcijfering van hiërogliefen.
Jean-François ChampollionDat hiërogliefen bij de oude Egyptenaren horen is al eeuwen bekend, maar waar al die speciale tekens precies voor stonden, was lange tijd minder bekend. Bij het vertalen van de Egyptische hiërogliefen speelt de vondst van de Steen van Rosetta een grote rol.
In 1799 vindt een officier in het Napoleontische leger in Egypte een steen met inscripties. Er worden wel vaker stenen met inscripties gevonden, maar deze steen is speciaal. Op de steen zijn niet alleen hiërogliefen te vinden, maar ook 32 regels demotische en 54 regels Griekse tekst. De demotische taal was in het oude Egypte een soort volks- en handelstaal. De steen heeft een afmeting van 112 bij 76 centimeter en bevat dezelfde tekst in deze drie verschillende talen.
Drieëntwintig jaar na de vondst van de steen slaagt de Franse geleerde Jean-François Champollion erin de steen te ontcijferen. Hij levert daarmee gelijk de sleutel voor het vertalen van de hiërogliefen.
Op de Steen van Rosetta is een decreet (verordening) van een priesterssynode te vinden. Deze synode wordt in 196 voor Christus in Memphis gehouden. Er worden onder meer afspraken gemaakt over belastingen, schenkingen aan tempels, maatregelen tegen overstromingen en het oprichten van beelden van de Egyptische koning Ptolemaeus V (203-180 v.Chr).
De Steen van Rosetta is veruit het bekendste meertalige document dat van belang is geweest voor de ontcijfering van hiërogliefen. Tegenwoordig bevindt de steen zich in het British Museum in Londen. Kopieën van de steen zijn te bezichtigen in het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden) en Allard Pierson Museum (Amsterdam).