Zigeunertransport vertrekt vanuit Kamp Westerbork (1944)
Settela Steinbach
Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Slechts dertig van hen overleefden de oorlog.
Het transport volgde op een groot aantal razzia’s die op 16 mei 1944 in Nederland werden gehouden. Gearresteerde personen werden nog diezelfde dag overgebracht naar Westerbork waar ze in het strafgedeelte van het kamp werden geplaatst. Drie dagen later werden 245 Sinti en Roma vanuit dit doorgangskamp in Drenthe op transport naar Auschwitz gezet.
Foto: WesterborkVan het ‘zigeunertransport’ zijn filmbeelden bewaard gebleven. Kampcommandant Albert Konrad Gemmeker had de Joodse gevangene Rudolf Breslauer opdracht gegeven het leven in het kamp op foto en film vast te leggen. Zo legde hij op 19 mei 1944 ook een wereldberoemd beeld van de nazi-vervolging vast: het Sinti-meisje Settela Steinbach bij een van de wagondeuren.
Ze werd wereldberoemd door het beeld dat er die dag van haar, in de wagonopening in Westerbork, werd gemaakt. Haar moeder zei:
“Settela ga bij die deur weg, straks komt je kop er nog tussen.”
Het beeld van het meisje bij de treindeur werd het symbool van de Jodenvervolging, maar in werkelijkheid was zij een Sintezza. Op 31 juli werd Settela Steinbach in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau om het leven gebracht.