Begin van de Dreyfus-affaire (1894)
Op 22 december 1894 wordt de Joods-Franse officier Alfred Dreyfus door de krijgsraad schuldig bevonden aan hoogverraad en veroordeeld tot levenslange deportatie naar Duivelseiland, een eiland voor de kust van Frans Guyana.
In 1894 kwam de Franse inlichtingendienst erachter dat er geheime Franse informatie bij de Duitsers was beland en dat er zich een spion moest bevinden in het leger. De verdenking viel al snel op Dreyfus, vermoedelijk omdat hij van Joodse afkomst was. Dreyfus werd uiteindelijk gearresteerd en veroordeeld. Op basis van vervalste documenten, zo bleek al snel. In werkelijkheid had de majoor Ferdinand Walsin Esterhazy documenten doorgespeeld aan de Duitsers. Het nieuwe hoofd van de Franse inlichtendienst, Georges Picquart, ontdekte dat Esterhazy de werkelijke dader was en gaf dit door aan zijn superieuren. Zijn boodschap was echter niet welkom bij de militaire top. Ze wilden voorkomen dat de zaak heropend werd. Picquart werd daarop op reis gestuurd naar Tunesië en later zelfs ontslagen en gevangen genomen.
De Dreyfus-affaire neemt steeds grotere vormen aan. Ook de bekende schrijver Emile Zola hoorde over de gebeurtenissen en kon het niet verkroppen dat Dreyfus en Picquart onschuldig vastzaten. In de literaire krant L’Aurore publiceerde hij op 13 januari 1898 een open brief gericht aan Félix Faure, de president van de Franse Republiek, waarin hij stelde dat Dreyfus onschuldig was en enkel was veroordeeld vanwege zijn Joodse afkomst. De brief, getiteld J’Accuse (ik beschuldig), zorgde voor veel opschudding. Zola werd aangeklaagd en veroordeeld en vlucht daarop voor enige tijd naar Engeland.
Steeds meer mensen raakten er hierna van overtuigd dat Dreyfus inderdaad onschuldig was veroordeeld. Nadat Dreyfus’ oude chef had bekend dat hij tijdens het proces had gelogen en bovendien zei dat er bewijsmateriaal was vervalst om tot een veroordeling te komen, kwam de zaak in een stroomversnelling. De zaak tegen Dreyfus werd in 1899 heropend en in 1903 werd hij uiteindelijk volledig gerehabiliteerd. Dreyfus keerde hierna terug in het leger als majoor.
De Dreyfus-affaire heeft volgens veel historici bijgedragen aan de oprichting van de zionistische beweging. Grondlegger van deze stroming, de Joods-Oostenrijkse journalist en publicist Theodor Herzl, was destijds voor de Oostenrijkse krant Neue Freie Presse in Frankrijk aanwezig om verslag te doen van de geruchtmakende Dreyfus-affaire en was diep onder de indruk van het antisemitisme Frankrijk.
Lees ook: Emile Zola en zijn J’Accuse
Boek over de kwestie: De officier – Robert Harris
En lees: Meeslepende thriller over 19e-eeuwse doofpotaffaire
Verder op 22 december:
- 1849 – De executie van Fjodor Dostojevski wordt op het laatste moment afgeblazen.
- 1938 – In Zuid-Afrika wordt een coelacant gevangen.
- 1939 – Het Reichssicherheitshauptamt (RSHA) wordt opgericht door Heinrich Himmler.
- 1972 – Aardbevingen maken een ruïne van de Nicaraguaanse hoofdstad Managua.
- 1986 – Andrej Sacharov en zijn vrouw Jelena Bonner keren na zeven jaar ballingschap terug in Moskou.
- 1990 – Lech Wałęsa wordt beëdigd als president van Polen.
- 2008 – Yves Leterme ontvangt zijn ontslag van de Belgische koning en is niet langer premier van België.